Pak minder woningen verkocht in Limburg, maar toch dalen prijzen niet.
Het afgelopen jaar daalde het aantal verkochte woningen in Limburg met net geen 17 procent. Toch werden huizen in onze provincie gemiddeld 3,9 procent duurder, appartementen zelfs 4,9 procent. Minder gegeerd, toch duurder. Staat de woningmarkt op z’n kop?
De Federatie van het Notariaat, kortweg Fednot, analyseerde alle vastgoedtransacties die in 2023 in ons land werden afgesloten. Dat resulteerde in de Vastgoedbarometer, een regelmatig terugkerende vinger aan de pols van de vastgoedmarkt. Opvallend is dat er vorig jaar fors minder woningen verkocht werden. In Limburg gaat het om een daling van 16,8 procent, wat vergelijkbaar is met het Vlaamse gemiddelde. “De hoofdoorzaak is de groeiende rentevoet”, zegt notaris Bart Van Opstal, woordvoerder van Notaris.be. “Wie in 2023 een lening wou, betaalde al snel een rente tussen de drie en de vier procent. Vergeet ook niet dat die rentevoet twee jaar eerder nog rond de 1 procent schommelde. Veel mensen hebben toen, vroeger dan gepland, een woning gekocht, om daar toch nog van te kunnen profiteren. Maar dat verklaart ook de hoge terugval nu.”
Minder kopers, en dus zou je verwachten dat de huizenprijzen stilaan zakken om die interesse aan te wakkeren. Maar dat blijkt (nog) niet het geval te zijn. In Limburg steeg de gemiddelde prijs van een huis met 3,9 procent, tot 307.935 euro. Voor een appartement in onze provincie moet je nu gemiddeld 245.922 euro neertellen. Dat is maar liefst 4,9 procent meer dan een jaar eerder. Ook in de rest van Vlaanderen stijgen de vastgoedprijzen nog.
“Momenteel doet zich een contradictorische situatie voor op de vastgoedmarkt”, zegt Van Opstal. “Je zou inderdaad verwachten dat er een prijsdaling volgt, maar die zien we voorlopig niet. Daar zijn twee redenen voor. Enerzijds hebben de bouwfirma’s weinig marge om de prijzen te laten zakken, doordat de bouwmaterialen en de loonkosten zo duur zijn. Als gevolg daarvan blijven nieuwbouwwoningen langer te koop staan. Anderzijds zijn verkopers van vastgoed in ons land vaak particulieren. Die hebben meer geduld en zijn minder geneigd om de prijs snel te laten zakken. Dat is trouwens een typisch Belgisch fenomeen. In het buitenland zijn de verkopers vaker bouwfirma’s, die wel onder druk komen te staan wanneer ze niet snel kunnen verkopen.”
De Vastgoedbarometer legt ook een vergrootglas boven het vastgoed in de vijf provinciehoofdsteden. Opvallend is dat de woningprijzen in Hasselt wel dalen. Huizen werden er 4,6 procent goedkoper, en kosten nu gemiddeld 347.655 euro. De gemiddelde prijs van appartementen daalde met 1,8 procent, tot 256.537 euro. “Wie in een stad wil wonen, kan in Hasselt nog relatief goedkoop terecht”, verklaart Van Opstal. “Dat trekt dus ook mensen met een beperkt budget aan. Maar die zijn ook het meest kwetsbaar voor stijgende rentevoeten. In Leuven zijn de huizen sowieso al duur, maar daar stijgen de prijzen zelfs nog. Daar zijn immers veel meer investeerders actief, die veel minder rentegevoelig zijn.